Arbeidsmiddel

Voor sommige arbeidsmiddelen geldt-, naast een onderhoudsplicht-, ook een aanvullende keuringsverplichting. Voor elektrische arbeidsmiddelen is dit algemeen bekend. Voor (gasgestookte) arbeidsmiddelen, zoals ovens en drogers, is dit minder bekend.

Wat is een arbeidsmiddel?

  • Onder arbeidsmiddelen vallen alle hulpmiddelen die bij het werk gebruikt worden, dit varieert van eenvoudig gereedschap tot machines en componenten van procesinstallaties. Hierbij kunt u bijvoorbeeld denken aan ovens, drogers, ect. Meer informatie kunt op het arboportaal vinden.

Wanneer moet een arbeidsmiddel gekeurd worden?

  • Een arbeidsmiddel moet in de volgende twee situaties geïnspecteerd worden:
  1. Als de veiligheid afhangt van de manier van installeren (keuring na installatie).
  2. Als gebruik of invloeden van buitenaf leiden tot slijtage, veroudering of verslechtering (periodieke keuring).

De werkgever moet zelf vaststellen of één of beide keuringsverplichtingen op zijn arbeidsmiddelen van toepassing zijn. 

Keuring voor het eerste gebruik

Na het installeren van het arbeidsmiddel-, moet er een keuring plaatsvinden, voordat het arbeidsmiddel in gebruik wordt genomen (artikel 7.4a, eerste lid). Dit moet worden herhaald wanneer het arbeidsmiddel is gedemonteerd en/of op een andere plaats wordt geïnstalleerd (zie artikel 7.4a, tweede lid). Bij de keuring wordt beoordeeld of het arbeidsmiddel op de goede manier is geïnstalleerd en of het veilig en goed functioneert in de arbeidssituatie.

Regelmatig keuren op deugdelijkheid

De keuring voor tijdige opsporing van slijtage, veroudering of verslechtering moet periodiek plaatsvinden (zie artikel 7.4a, derde lid). Met zo'n terugkerende keuring en de eventuele beproevingstest kan tevens worden nagegaan of er voldoende onderhoud wordt gepleegd, zodat gevaarlijke situaties voorkomen kunnen worden.

Hoe vaak gekeurd moet worden, hangt af van het soort arbeidsmiddel en de intensiteit van het gebruik ervan. Regelmatig keuren waarborgt de deugdelijkheid van het arbeidsmiddel en de goede staat. In de toelichting van het Arbobesluit is minimaal één keuring per jaar als richtlijn gegeven. Het is raadzaam om de uitkomsten van de risico-inventarisatie en-evaluatie (RI&E), die in het kader van het Arbobeleid wordt gemaakt, te betrekken bij het bepalen van de keuringsfrequentie voor elk arbeidsmiddel dat in gebruik is.

Wie keurt de arbeidsmiddelen?

De werkgever bepaalt zelf door wie hij zijn arbeidsmiddelen laat keuren. Voorwaarde daarbij is dat dit door een deskundig persoon of instelling (artikel 7.4a, vijfde lid) wordt gedaan. Dit kan bijvoorbeeld een onafhankelijke keuringsinstantie zijn, een onderhoudsdienst van een leverancier of de technische dienst van het bedrijf zelf. Hiervoor kunt u uiteraard ook bij ons terecht!

Bewijs van keuring bewaren

Op de arbeidsplaats moeten schriftelijke bewijsstukken (artikel 7.4a, zesde lid) aanwezig zijn van de uitgevoerde keuringen. Hiermee kan bij de toezichthouder - de Inspectie SZW - worden aangetoond dat aan de keuringsverplichting is voldaan.

Voor meer informatie over de keuring van (gasgestookte) arbeidsmiddelen kunt u hier terecht.

 

Vraag een offerte aan!

Wij zijn gespecialiseerd in het inspecteren en engineeren van technische installaties.
Vraag gemakkelijk en snel een offerte aan via de onderstaande button.

Offerte aanvrageN

Gevotec Sansidor
Scios